Afgelopen nacht was het weer zover. De wintertijd is begonnen. Dit betekend dat we de klok weer een uurtje terug mogen zetten. Zo werd de tijd vannacht om 3.00 teruggezet naar 2.00. De gedachte van het verzetten van de klok is om gedurende het jaar de daglichtperiode beter af te stemmen op de tijden dat de meeste mensen wakker zijn.
Het idee van de wintertijd is waarschijnlijk bedacht door de Engelsman William Willett in het jaar 1907. Zijn voorstel was om de klok in de lente op vier opeenvolgende zondagen steeds twintig minuten vooruit te zetten en op zondagen in september de klok weer steeds twintig minuten teruggezet moeten worden.
Pas tijdens de Eerst Wereldoorlog werd de zomertijd ingevoerd door het Duitse Rijk. Dit gebeurde op 30 april 1916 één uur voor middennacht. De reden was dat de oorlog van geld kostte en ze geld wilden besparen op het stoken van kolen. Het verzetten van de klok deden we tot ergens midden in de Tweede Wereldoorlog.
Nadat de oorlog voorbij was stopte Nederland ook met het verzetten van de klok en werd gedurende die 30 jaar de wintertijd aangehouden. Wat voor Nederland eigen de standaardtijd is.
Tijdens de oliecrisis in de jaren ’70 werd in 1977 besloten om de zomertijd opnieuw in te voeren met het idee om energie te besparen. Tijdens de eerste jaren begon de wintertijd op de eerste zondag van april en eindigde op de laatste zondag voor 2 oktober. Pas sinds in 1981 gelden de regels zoals ze vandaag de dag nog steeds gelden voor de zomertijd.
De zomertijd begint op de laatste zondag van maart om 2:00 uur en eindigt op de laatste zondag van oktober om 3:00 uur.